Beschrijving van bruggenhoofd Gent.
Bouwproject E: De bouw van 46 bunkers op het grondgebied van Baaigem, Gavere, Melsen, Schelderode, Semmerzake en Vurste.
Aannemer: "Société d'Etudes et de Construction SA".
De bouwfirma was een zekere firma "Société d'Etudes et de Construction SA".De maatschappelijke zetel was gevestigd op de Rue de l'Industrie (Nijverheidsstraat) nr 33 te Brussel. Op deze locatie vindt men heden enkel een aantal grote bedrijfsgebouwen die allicht weinig of niets nog te zien hebben met deze firma van toen. De firma werd op de offertes vertegenwoordigd door Mr Leonce De Poorter en Mr Ernest Dierkens (beiden burgerlijk ingenieurs gekoppeld aan deze firma) maar van geen van beiden is voorlopig verdere info terug te vinden). Voorlopig ontbreekt voor de rest elk echt spoor naar wat er met de firma is gebeurd of van is geworden. Van zodra er bijkomende info wordt gevonden, krijgt u het hier zeker te lezen. Van de andere kant blijft alle bijkomende info zeker welkom.
Over de bouw van de bunkers van deze aanneming zijn wel enkele kleinere vermeldingen terug te vinden dewelke ik u integraal hieronder neerschrijf:
"Voor de bouw van de bunkers van deze bouwfirma zouden een aantal kleinere bouwfirma's ingeschakeld zijn. Zo zou in Gavere-Semmerzake, een zekere aannemer "De Moor" gewerkt hebben. De werfleider logeerde zo een zestal maanden in Hotel De La Fontaine in Gavere op de markt. Voor de aannemer zou de streek meermaals bezoek gekend hebben van een zekere Gregoire (een cartograaf voor het Belgisch leger). (Bron: Antoine De Smet uit Gavere)
"Nog altijd in het jaar 1934 was het werk aan de Square Orban op zijn einde gelopen en we vertrokken met enkele mannen naar de streek van Gavere, Semmerzake, Melsen, Vurste, Baaigem en Schelderode. We zouden daar dertig gewapende bunkers voor het leger maken. Die zijn er nog! We werkten tien tot twaalf uren per dag in open veld en er was bewaking door militairen. Ik werd ingeschakeld voor zwaar werk. Ik plooide een hele werkdag lag ijzer van drie centimeter dik. Ik reed na het werk zo'n 15 kilometer tot Zwalm. Dat was een serieuze inspanning die maar 4 frank per uur opbracht. We werkten hard om die bunkers gereed te krijgen. We vermoedden nog niet dat de oorlog zou komen. Maar Hitler speelde zijn parten in Polen een Oostenrijk en vandaar dat het zo rap moest gaan." (Bron: Manshemden, kabuizen en andere marchandise; levensverhalen uit de Vlaamse Ardennen, een zekere Jozef uit Zwalm doet zijn levensverhaal.)
Een enkele bedenking bij dit tekstje is dat de wapeningsstaal allicht met de dag dikker werd. Het gebruikte wapeningsstaal was zo een 15 a 20 mm dik van diameter.
Enkele bedenkingen bij het bouwproject E.
De firma stond in voor een vrij ruim pakket van bunkers op de linie. Er zaten bunkertjes van allerlei aard van camouflage in hun pakket te bouwen bunkers. Het project bevat zeker en vast heel wat fraai afgewerkte exemplaren van bunkertjes. Het is qua detailafwerking zeker een van de betere firma's geweest.
In het algemeen werden de bunkers ruim voorzien van nepramen. Dit gold zowel voor de gecementeerde als de met baksteen ommuurde bunkertjes. Het project werd ook gekenmerkt door een aantal bunkertjes waarvan het type maar éénmaal terug te vinden was op de ganse linie.
De onteigeningen voor dit grote bouwproject E zijn vergeleken met de andere projecten vrij laat van start gegaan. Zo vindt men pas de eerste onteigening terug op datum van 5 februari 1935. Dit betrof de onteigening voor de bunker Se10 (heden ondergraven op het huidige voetbalveld van Semmerzake). Geleidelijk aan zouden ook nog de onteigeningen volgen voor het grootste gedeelte van de bunkers gelegen op grondgebied Semmerzake. Meteen nadien vervolgen de verkopen op grondgebied Vurste en Melsen (maart 1935). De onteigeningen op Baaigem en Schelderode zouden half april 1935 van start gaan. Hierbij zaten ook een heel aantal bunkers van het weerstandsnest Muntekouter inbegrepen. De onteigeningen voor dit bouwproject volgen elkaar in feite vrij vlot en continu op om met de onteigeningen voor A19 (enige bunker op grondgebied Gavere) te eindigen op 27 mei 1935.
In de periode daarna vindt men nog systematisch maar met grotere windstille periodes er tussen, verkopen voor dit project terug in bovenstaande grondgebieden. Dit zou zo blijven duren tot september 1935.
Toch zijn er enkele onteigeningen binnen dit project meer dan achteruit geraakt wegens aanslepende onteigeningsperikelen. Zo is een gedeelte van de onteigening voor de bunker Mu4 (toen eigendom van het kerkfabriek van Baaigem) blijven aanslepen tot 22 april 1936. De onteigening en erfdienstbaarheden voor bunker Mu1 (eigendom van de familie Hebbelijnck uit Merelbeke) zou slechts getekend geraken op 8 februari 1937. Het is dan ook niet moeilijk op deze wijze duidelijk te maken dat de aannemer onmogelijk kon voldoen aan zijn eis om binnen de acht maanden na het tekenen van het akkoord voor dit bouwproject op 25 februari 1935, dit project afgewerkt te krijgen.
De firma zou er nochtans wel in geslaagd zijn de projecten waarvan de gronden op tijd onteigend waren, binnen het voorziene tijdsbestek af te werken. Ze verkreeg hier zelfs een premie voor net zoals ze extra werd vergoed voor laattijdig bouwen van de bunkers Mu1 en Mu4 die zoals hierboven te lezen, nog veel later pas onteigend geraakten.
Overzicht van de gebouwde projecten met bijhorende prijzen.
Hoe deze prijzen gaan interpreteren.
Het lijkt niet zo evident een degelijke omrekening te vinden tussen de waarde van 1 BEF in 1934 en 1 BEF anno 2013 (verhouding 1€ = 40.3399 BEF). Dank aan enkele professoren van de Unief Gent die hielpen aan een vlotte omrekening te komen, met name Mr Eric Vanhaute en Mr Wouter Ronsijn. Hierdoor kan ik u toch een gefundeerde omrekening geven om een vlotte beoordeling en interpretatie mogelijk te maken.
Als we zuiver op basis van de consumptieprijsindexcijfers 1934 met 2013 gaan vergelijken moet men vaststellen dat door de inflatie van de Belgische Frank in de periode tussen 1934 en 2013, deze ene BEF in 1934 reeds moet aanzien worden als 35 BEF in 2013. Om deze reden zou men dus alle prijzen die u in de volgende tekst vindt, moeten vermenigvuldigen met een "factor 35" om in 2013 over dezelfde som geld te spreken.
Daarnaast zit men nog met de parameter dat heden de lonen wel gekoppeld zitten aan de consumptieprijsindex maar dat dit zeker vroeger niet altijd het geval is geweest. Zo diende in 1934 een ongeschoolde arbeider (loon +/- 4.10 BEF/uur) ongeveer dubbel zo lang te werken om die ene BEF te verdienen vergeleken met deze zelfde ongeschoolde arbeider in 2013 (loon +/- 305 BEF/uur of 7.56 €/uur) diende te werken voor deze eerder gemelde 35 BEF te verdienen. De werkelijke verhouding is ongeveer 0.47.
Dit maakt dat als men wil de prijzen gaan vergelijken met prijzen die evenveel doorwegen op het loon van een arbeider heden in 2013, we de eerder gevonden 35 BEF nog eens dienen te delen door 0.47. Op die wijze komt men dus rekening houdend met de levensduurte uit dat:
1 BEF in 1934 ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.
Bouwproject E: de bouw van 46 bunkers.
Telling |
Nr |
Oud nr |
Prijzen op basis van |
Prijzen aangevuld |
|
|
|
bestek |
met niet |
|
|
|
aannemer |
meegerekende |
|
|
|
|
zaken |
|
|
|
|
|
1 |
AV3 |
EB1 |
|
|
58283,31 |
58783,31 |
2 |
A20 |
EB2 |
|
|
85641,10 |
115891,10 |
3 |
A21 |
EB3 |
|
|
63143,72 |
63643,72 |
4 |
A22 |
EB4 |
|
|
62157,32 |
62657,32 |
5 |
Mu1 |
EB5 |
|
|
57702,95 |
58202,95 |
6 |
Mu2 |
EB6 |
|
|
40797,44 |
41047,44 |
7 |
Mu3 |
EB7 |
|
|
73868,29 |
104368,29 |
8 |
Mu4 |
EB8 |
|
|
40197,05 |
40447,05 |
9 |
Mu5 |
EB9 |
|
|
84555,94 |
114805,94 |
10 |
Mu6 |
EB10 |
|
|
39793,99 |
40043,99 |
11 |
Mu14 |
EB11 |
|
|
59728,44 |
59978,44 |
12 |
Mu19 |
EB12 |
|
|
40505,64 |
40755,64 |
13 |
Mu23 |
EB13 |
|
|
40209,92 |
40459,92 |
14 |
A19 |
EG1 |
|
|
63231,68 |
63731,68 |
15 |
B17 |
EM1 |
|
|
74785,96 |
105285,96 |
16 |
B18 |
EM2 |
|
|
62294,68 |
62794,68 |
17 |
B20 |
EM3 |
|
|
40671,72 |
40921,72 |
18 |
Se1 |
ES1 |
|
|
57566,76 |
58066,76 |
19 |
Se2 |
ES2 |
|
|
108862,50 |
138862,50 |
20 |
Se3 |
ES3 |
|
|
79680,24 |
109680,24 |
21 |
Se4 |
ES4 |
|
|
37952,47 |
38202,47 |
22 |
Se5 |
ES5 |
|
|
39454,60 |
39704,60 |
23 |
Se6 |
ES6 |
|
|
60157,91 |
60557,91 |
24 |
Se9 |
ES7 |
|
|
73438,43 |
75688,43 |
25 |
Se8 |
ES8 |
|
|
55972,89 |
56222,89 |
26 |
Se7 |
ES9 |
|
|
60890,06 |
61390,06 |
27 |
Se10 |
ES10 |
|
|
41412,11 |
41662,11 |
28 |
Se11 |
ES11 |
|
|
72689,88 |
103189,88 |
29 |
Se12 |
ES12 |
|
|
60448,02 |
60948,02 |
30 |
Se13 |
ES13 |
|
|
60805,51 |
61055,51 |
31 |
AV1 |
ES14 |
|
|
59530,04 |
60030,04 |
32 |
A15 |
ES15 |
|
|
61771,34 |
62271,34 |
33 |
D6 |
ES16 |
|
|
57989,35 |
58489,35 |
34 |
D7 |
ES17 |
|
|
62258,18 |
62758,18 |
35 |
C7 |
ES18 |
|
|
61319,01 |
61819,01 |
36 |
C10 |
ESC1 |
|
|
60999,70 |
61249,70 |
37 |
D11 |
ESC2 |
|
|
41262,56 |
41512,56 |
38 |
A16 |
EV1 |
|
|
64537,36 |
95037,36 |
39 |
AV2 |
EV2 |
|
|
75632,61 |
75882,61 |
40 |
A17 |
EV3 |
|
|
61549,47 |
62049,47 |
41 |
A18 |
EV4 |
|
|
61916,22 |
62416,22 |
42 |
D8 |
EV5 |
|
|
38104,02 |
38354,02 |
43 |
D9 |
EV7 |
|
|
60979,18 |
61479,18 |
44 |
D10 |
EV9 |
|
|
60935,77 |
61435,77 |
45 |
C8 |
EV6 |
|
|
61904,74 |
62404,74 |
46 |
C9 |
EV8 |
|
|
61606,89 |
62106,89 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Herrekende |
totaal |
|
|
|
prijzen op basis |
|
|
|
|
off bestek |
|
|
|
|
2.749.196,98 |
3.008.346,98 |
|
|
|
Bef |
Bef |
Officieel werd dit bouwproject toegekend voor de totaalprijs van 2.749.196,98 Bef. Probleem is dat het bestek geen detailberekening geeft voor elk van de bunkertjes apart maar hoeveelheden van alle bestanddelen in detail (telkens voor alle 46 bunkertjes samen).
De individuele prijzen werden op basis van geschatte hoeveelheden gebaseerd op toegepaste hoeveelheden terug te vinden op de detailbestekken van bouwproject A en B (die wel per bunkertje zijn opgesteld), met de basisprijzen zoals op het bestek van bouwproject E terug te vinden zijn, berekend. Het verschil in de totaalprijs van het project zoals op die manier berekent, en de werkelijke projectprijs, werd daarna verrekend op de individuele prijzen van de bunkertjes via het regeltje van 3.
In de laatste kolom met prijzen werden nog eens een aantal zaken mee in rekening gebracht die ook niet in de originele aanbesteding terug te vinden zijn. Telkenmale toegevoegd zijn de aankopen van de koepels, chardomes voor opstelling van de mitrailleurs, ... Dit zijn de zaken aangekocht voor de bouw van de bunkers, door de militaire overheid zelf.
Zaken die in de bovenstaande kostprijzen niet begrepen zitten zijn:
- Het eigenlijke onteigenen van de gronden.
- Vast opgestelde wapens zoals de vast opgestelde 47mm kanonnen. (eigenlijke aankoop ervan.)
- Bijkomende kosten om nog andere types van wapens te kunnen opstellen dan de standaard voorziene Maximmitrailleur. (aanpassingen om Hotchkiss- en Coltmitrailleur, als mogelijks ook de Browning FM30)
|